Na het Brexit-referendum van 23 juni 2016 donderde het Britse pond omlaag. Sinds enkele maanden herstelt het pond fors tegenover de dollar, maar niet tegenover de euro.

De val van het Britse pond is het meest tastbare effect van alle perikelen rond de Brexit. Die moet immers zelf nog z’n beslag krijgen. De diepere effecten van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie worden pas zichtbaar als de Brexit zelf een feit is, en duidelijk is hoe de toekomstige handelsrelatie vorm krijgt.

Vooralsnog voelen doorsnee Britten vooral dat de val van het Britse pond importen duurder heeft gemaakt. Daardoor zijn prijzen van goederen en diensten gestegen, een stijging die sterker is dan de loongroei in het VK. Resultaat is dat de koopkracht van Britse burgers is gedaald afgelopen jaar – de zogenoemde reële loongroei is hierdoor negatief.

In onderstaande grafiek, samengesteld door databureau Statista voor Business Insider, is te zien dat het pond, na een aanvankelijke daling tegenover de dollar van 20 procent, inmiddels nog maar zo’n 6 procent lager noteert vergeleken met het niveau van vóór het Brexit-referendum. Ten opzichte van de euro bedraagt het verlies nog altijd ruim 13 procent.

Dit verschil is van belang, omdat de eurolanden goed zijn voor ruim 40 procent van de Britse import, tegen zo’n 10 procent voor de VS. De impact van de verzwakking van het pond tegenover de euro op de prijzen van geïmporteerde producten is dus relatief groot.

LEES OOK 4 creatieve manieren om je hypotheekrente te verlagen